Als leerkracht naar buiten gaan om leerkansen te bieden is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Een idee voor een buitenles vertaald krijgen naar een geslaagde praktijk vraagt om een bepaalde buitenles-mindset. Een buitenles laat zich namelijk niet zo makkelijk programmeren. Als je naar buiten gaat wil je maximaal kunnen inspelen op zowel je leerlingen alsook de leerkansen uit de omgeving. Tegelijk wil je je les laten landen bij de vooropgestelde doelen en binnen de vooropgestelde termijn. Dat is soms moeilijk navigeren. 
Daarom ontwikkelden we het OutdAre Teaching Compass (OCT). Dit kompas helpt je om je praktijk vorm te geven aan de hand van vier ‘richtinggevende’ outdoor learning mindsets:
Het centrale idee is dat je je leerdoelen en -activiteiten uitwerkt vanuit (één van) deze vier mindsets.
Nieuwsgierig naar meer? Lees
hier hoe het werkt.
Outdoor learning activiteiten kan je vanuit verschillende perspectieven bekijken. Vooral de dimensies tijd en ruimte zijn van belang en kan je niet zomaar los van mekaar zien. Outdoor learning activiteiten worden bepaald door de hoeveelheid tijd waarover je beschikt en de ruimte waar je naartoe wilt/kan gaan. De ruimte-dimensie wordt verder toegelicht in het boek van Simon Beames en Peter Higgins.
In onze Vlaamse onderwijscultuur zijn uitstappen ‘verder weg’ al lang ingeburgerd. Elke school organiseert wel een zeeklas, skiklas, boerderijklas, enz. Ook jaarlijkse (halve dag) uitstappen naar natuur-educatieve centra, musea, etc. vinden elk schooljaar plaats. De grootste uitdaging voor leerkrachten ligt in het gebruik van de omgeving die het meest binnen handbereik ligt, namelijk het eigen schooldomein en de lokale schoolomgeving. Het leren zien van de vele leerkansen die hier letterlijk voor het grijpen liggen en hier ook werkelijk gebruik van durven maken, is een belangrijke troef wanneer je outdoor learning wilt inbedden in je dagelijkse onderwijspraktijk. Dit kan je leren >
Outdoor learning activiteiten worden ook bepaald door de beschikbare tijd die je als leerkracht hebt. Een instructiemoment of inoefenmoment duurt meestal niet zo lang, en kan je evengoed buiten op de speelplaats doen in plaats van binnen. Heb je een onderwerp dat meer diepgang vraagt, dan kan je er een project of een jaarthema van maken en de werkmomenten spreiden. Spreiding in de tijd is vaak een voordeel en biedt heel wat extra kansen.
Het is niet vanzelfsprekend om met outdoor learning in een schoolse ‘curriculaire’ context aan de slag te gaan. Hier kan, naar analogie met de technologische integratie van ICT in onderwijs, het SAMR-model gehanteerd worden als leidraad voor de integratie van outdoor learning in de schoolpraktijk. Het SAMR-model beschrijft op 4 niveau’s de didactische inzet.
Een inspirerend en praktijk georiënteerd boek dat heel knap het SAMR-proces voor outdoor learning, leergebeid per leergebied, uit de doeken doet is “Children Learning Outside the Classroom From Birth to Eleven” (S. Waite)
Het is tevens belangrijk stil te staan bij de impliciete leerwinst, meer bepaald het niet-strikt curriculaire. Het betreft in veel gevallen een groot gedeelte van de leerwinst-ijsberg onder water. Om de blik hierop scherper te krijgen, kan het waardevol zijn om activiteiten te bekijken vanuit het perspectief van de 21ste-eeuwse vaardigheden. Een veel gebruikt model op basis van 11 competenties, is dat van Kennisnet.nl. Een breed bekend boek dat heel wat inspiratie biedt, is “Onderwijs voor de 21ste eeuw” van Kris Van den Branden.
Wil je hierin begeleid worden? Neem contact met ons op.
In 2015 besloot Buitenschool De Bergop in Tiegem om met outdoor learning aan de slag te gaan, ondersteund door het team van OutdAre Teaching. De buitenschool is ondertussen een volwassen outdoor learning school:
Het schoolteam van Buitenschool De Bergop heeft een duidelijke, eensgezinde visie over waar zij op korte en lange termijn naartoe wil evolueren, er bestaan samenhangende afspraken hierrond, de school lanceert regelmatig vernieuwingen met impact op verschillende leergebieden en er is een degelijke kwaliteitsbewaking. De leraren wenden de aanwezige ontwikkelingsmaterialen, de leer- en onderwijsmiddelen en de buitenruimte doordacht aan en creëren een krachtige leeromgeving voor alle leerlingen.
Kinderen zijn van nature leergierig, maar ze moeten evengoed uitgedaagd worden tot leren. De sleutels hiertoe liggen in handen van de leerkracht. In het boek ‘Adventurous Learning. A pedagogy for a Changing World’ omschrijven Beames en Brown 4 kenmerken die bepalen hoe uitdagend een activiteit voor kinderen is, en hoe je je activiteiten naar een hoger niveau kan schalen door deze kenmerken als toetskader te gebruiken. Wanneer je de pedagogie van Adventurous Learning wilt gebruiken om jouw activiteit te toetsen, raden we jou dit boek aan!
De 4 kenmerken die Beames en Brown omschrijven om de uitdaging tot leren te meten:
Op de hoogte blijven
van trainingen of nieuws?