Vanuit OutdAre Teaching kijken we met een pedagogische blik naar de literatuur over outdoor learning en focussen op het basisidee betekenisvol leren. Enerzijds steunen we graag op de schouders van grote pedagogische denkers als Dewey, Piaget, Freinet, Louv, Henry, Vygotsky, Robinson, … die ‘de buitenruimte’ een prominente rol toewijzen. Veel van hun pedagogische inzichten en bedenkingen zijn tijdloos en bieden een degelijke onderbouw voor een onderwijsaanpak waarbij het leren buiten de klasmuren centraal staat.
Anderzijds weten we ook een stevige basis te vinden in recentere pedagogisch wetenschappelijke bevindingen. Daarbij is het belangrijk aan te geven dat we niet alleen de inzichten ‘an sich’ weten te waarderen, maar vooral waarde hechten aan de kritisch wetenschappelijke dialoog die ontstaat door (al dan niet tegenstrijdige) inzichten naast mekaar te leggen. In deze zin is het inspirerend om vast te stellen dat vele zaken die J. Hattie in zijn ‘making learning visible’ naar voren schuift als ‘ … hebben een hoge impact op leren…’, in veel gevallen terugkoppelen naar aspecten die zo fundamenteel verbonden zijn met het leren buiten de klasmuren. Zo staat bijvoorbeeld ‘Piaget Program’ helemaal bovenaan de lijst van ‘impact on learning’.
Wanneer we ons specifiek richten op onderzoeksliteratuur binnen het domein outdoor learning, komen we tot de vaststelling dat er heel wat begripsverwarring bestaat. Wat begrepen wordt onder outdoor learning is niet éénduidig. Naast outdoor learning worden ook outdoor education, learning outside de classroom, etc … gehanteerd. In de wetenschappelijke literatuur merken we traditioneel een sterk overwicht van de Scandinavische en Angelsaksische landen. In deze regio’s speelt het element ‘natuur’ meestal een hoofdrol. Hierin wordt veel verwezen naar het element ‘adventure’ en ‘meerdaagse uitstappen in groene omgevingen’. Hattie spreekt bv. in een artikel over outdoor learning, maar verwijst eigenlijk naar adventure programs.
Anderzijds valt op te merken dat er zich de laatste jaren een geografische verbreding lijkt voor te doen. Niet traditioneel outdoor georiënteerde landen (zoals o.a. België) stappen met gerichtere curriculaire drijfveren in het outdoor verhaal en verruimen het begrip naar een meer schoolse context.
De literatuur die outdoor benadert vanuit deze eerder curriculaire invalshoek, mist nog grotendeels een academische basis. In veel gevallen betreft het ‘cases’ die onvoldoende rigoureus zijn om solide argumenten op te bouwen. Een interessante aanzet in die richting is van de hand van
Reynolds: “A critical analysis of outdoor learning experiences and the impact on pupil development and conceptual understanding”.
In dit artikel lees je hoe je met gevoel voor richting op weg kan gaan met het OutdAre Teaching Compass.
Op de hoogte blijven
van trainingen of nieuws?